Lees een artikel van Martinus:
2. De mentale wolk van verdriet 3. De kringloop van het huwelijk 5. Primitieve en intellectuele godsverering 6. Gods ogen oftewel de juiste zienswijze 7. Aan de lezers!
|
De heilige geest- Martinus
In absolute zin is er niets dat kan doden en niemand die gedood kan
worden De aardse mens vormt dus een overgangswezen tussen de tweede en de derde trede oftewel het dierenrijk en het mensenrijk van een ontwikkelingsspiraal. De volgende drie treden van de spiraal zijn volledig bovennatuurlijk oftewel niet fysiek van aard en zijn daarom alleen toegankelijk voor occulte of bovennatuurlijke zintuigen. Op de tweede van de zes treden van de spiraal, dat wil zeggen in het dierenrijk, is de goddelijke geest latent, terwijl deze op de vijfde trede culmineert. Deze trede wordt in Livets Bog de goddelijke wereld genoemd. Als ik hier zeg dat de goddelijke geest latent is, betekent dat natuurlijk niet dat deze geest niet werkzaam is, want zoiets kan nooit plaatsvinden. Het betekent echter dat deze geest – hoe vreemd dit de beginnende geestesonderzoeker ook zal voorkomen – culmineert in: fouten. Fouten moeten namelijk even noodzakelijk gemaakt worden als het tegenovergestelde. Fouten zijn immers hetzelfde als ‘onvolmaaktheid’ en zonder onvolmaaktheid geen ‘volmaaktheid’. In het dierenrijk culmineert de goddelijke geest dus in onvolmaaktheid. De mensen hebben zich niet God maar de duivel als oorsprong van het
kwaad voorgesteld, maar de duisternis is net zo onontbeerlijk en goddelijk als het
licht Ook al hebben de mensen een onderscheid tussen een lichte en een duistere geest gemaakt, toch hebben ze de goddelijke geest in haar dagelijkse fysieke verschijningsvorm niet begrepen, maar hebben deze alleen begrepen in die gradaties van ontplooiing waar zij als de hoogste psychische inspiratie of kracht verschijnt voor de manifestatie van de edelste psychische bewustzijnstoestanden. En als zodanig is deze geest ‘de heilige geest’ genoemd. De heilige geest is hetzelfde als de zuivere of -volmaakte beleving
van het leven Omdat de heilige geest dus hetzelfde is als het hoogste en absoluut ware voelen oftewel de hoogste en absoluut ware beleving van het leven, verrijkt deze het individu met een overeenkomstige allerhoogste en absoluut ware kennis over het leven of bestaan. Deze kennis, die geleidelijk aan de kennis van alle leidende of dragende wetten van het leven betekent, geeft het betreffende individu in overeenkomstige mate de gelegenheid om de bewuste schepper van zijn eigen lot te worden. Als beheerser van alle basisenergieën, dat wil zeggen instinct, zwaarte, gevoel, intelligentie, intuïtie en herinnering, is het dan uitgerust met een bewustzijn dat in harmonie met Gods eigen gezichtspunt ‘alles is zeer goed’ (Gen. 1:31) niets anders dan een allesomvattende liefde naar alles en iedereen kan uitstralen. Dit bewustzijn of de heilige geest wordt in Livets Bog ook kosmisch bewustzijn genoemd. Het binnendringen van de heilige geest in het bewustzijn van een wezen
gaat altijd gepaard met lichtverschijnselen Omdat deze energie het wezen niet kan doorstromen zonder dat de voor deze energie in hem aanwezige latente zintuigen geopend worden of gaan werken, zal het individu na zo’n ervaring altijd helemaal veranderd zijn. Naarmate de morele zuivering omvattender geweest is en de ontwikkelingstrede waarop het individu zich bevindt, hoger, zal deze verandering des te groter zijn. Nadat de heilige geest in de vorm van ‘tongen als van vuur’ (zie Hand. 2:1-4) over de hoofden van de apostelen gekomen was, waren zij veranderd en spraken met ‘andere tongen’. Evenzo spreken ook alle andere wezens min of meer met andere tongen, wanneer ze door de heilige geest doorstroomd worden. Met andere tongen spreken betekent natuurlijk niet zozeer dat ze in vreemde talen spreken, maar het betekent dat ze vanuit een andere laag van hun bewustzijn spreken. Dat is weer hetzelfde als spreken over en kennis bezitten van dingen en verschijnselen, die de betreffende wezens daarvoor beslist niet konden zien, denken of beleven. De wezens zijn dus volkomen veranderd, ja, soms in zo’n mate dat aangenomen werd dat een geheel nieuwe of andere individualiteit zich door de lichamen van de betrokken wezens manifesteerde. Maar dat is beslist niet het geval. Het eigen Zelf van het individu manifesteert zich nog steeds, maar de zintuiglijke vermogens van het individu zijn verruimd naar gebieden waarover het vroeger geen kennis bezat, en het betreft vermogens waarmee het zich vroeger niet kon manifesteren. De verheerlijking van Jezus op de berg was een fundamentele ervaring
van de heilige geest of van de grote geboorte Terwijl de verheerlijking van Jezus op de berg de fundamentele ervaring van de heilige geest oftewel de grote geboorte was, waren de andere eerdergenoemde gevallen uit de bijbel slechts beschrijvingen van de ervaring van de meer of minder ver gevorderde embryonale stadia van deze geboorte. Tot de meest elementaire of primitieve vormen van ervaring van de heilige geest behoren onder andere de ervaringen van een gewone religieus-sektarische ‘bekering’. Bijvoorbeeld, iemand woont een religieuze bijeenkomst bij, wordt gegrepen door wat hij hoort en in een extase-achtig enthousiasme wordt hij vervuld van een onweerstaanbare drang om zijn leefwijze te veranderen om in harmonie te zijn met de nieuwe bewustzijnslagen of levensvormen waarmee hij door deze bijeenkomst in aanraking gekomen is. Het individu bezit echter op de trede waarop zo’n vorm van bekering kan voorkomen, nog niet het juiste begrip en de volmaakte liefde voor alle levende wezens, maar is nog steeds een werktuig voor ‘het principe van het doden’, door nog te slachten, vlees te eten, ‘heilige woede’ en ‘rechtvaardige toorn’ te kunnen voelen. Het kan ook niet begrijpen dat alle wegen en alle ervaringen naar God leiden. Daarom blijft het in overeenkomstige mate een overtreder van de goddelijke geboden. Daarmee veroorzaakt het echter voor zichzelf lijden of een overeenkomstig onbehaaglijk lot. Maar door dit onbehaaglijke lot ontwikkelt het zich juist verder tot het ontvankelijk is voor een nog hogere vorm van bekering. Dat gaat zo door tot het niet meer kan doden, pijn doen of verminken, maar alleen maar liefde kan vertegenwoordigen. Dan zal het overschaduwd worden door de heilige geest of de grote geboorte in fundamentele vorm. Dan ziet het door persoonlijke ervaring de grote analyses van het leven of de eigenlijke waarheid van het bestaan: ‘alles is zeer goed’, en ziet zijn eigen ware identiteit als onsterfelijke godenzoon. Pas na deze fundamentele ervaring van de heilige geest of Gods eigen bewustzijn kan van het individu gezegd worden dat het ‘de ware of volmaakte mens’ is. Dat wil weer zeggen dat het na eerst een embryo geweest te zijn nu ‘een pasgeboren kindje’ geworden is in het werkelijke bestaan oftewel absoluut bewust is in de goddelijke beleving van het leven. Gods geest heeft altijd over de wateren gezweefd en zal dat voor
eeuwig en altijd doen In de nu beginnende nieuwe wereldbeschaving zal het pinksterfeest een nog groter feest worden ter ere van de goddelijke geest, omdat de mensen in toenemende mate de ogen zullen openen voor het feit dat al het leven, alle bewustzijn en daarmee alle wijsheid en liefde een uitstraling zijn van de bovennatuurlijke elektrische scheppende kracht, die in de vorm van Gods geest net zo goed in onze tijd als vroeger en voor eeuwig en altijd ‘over de wateren zal zweven’ (zie Gen. 1:2). En als we in het bos, dat op dit moment fris en groen is, en in tuinen, weiden en velden, die al het levende – en niet in het minst de blije, de vrije natuur in trekkende jonge mensen – met stralende zonneschijn en bloemenpracht omkransen, de lichtende geest van God voelen, dan beleven we pinksteren in harmonie met de eeuwige voorzienigheid, en dan voelen we de nabijheid van de heilige geest in ons eigen innerlijk als een vonk van zaligheid.
<//strong></><//>De natuur viert het pinksterfeest. Het leven ontluikt overal. De lange dagen met licht en warmte, met kleuren en geuren, met de lofzangen van duizenden keeltjes omhoog naar de hemel, met vakantie, uitstapjes, boswandelingen, feest en vreugde zijn weer in onze noordelijke breedtegraden aangekomen. Ze hebben de kou en de duisternis die we winter noemen, uit onze zone verdreven en ons daarmee de zomer weer teruggegeven. Dit geschenk of dit terugkerende leven is de culminatie van Gods geest in materiële of fysieke vorm. Want waar Gods geest culmineert, daar ontstaat altijd leven of zomer, terwijl de winter daar verschijnt waar deze geest in zijn latente vorm voorkomt. Dit is geen symbolische vergelijking maar een regelrechte en absolute werkelijkheid. Gods geest is namelijk geen persoon, niet iets bovennatuurlijks, onbegrijpelijks of onwerkelijks, maar een realistisch feit in de vorm van een wonderbaarlijke kracht, die als ‘bewustzijn’ alle levende wezens het bestaan laat voelen en hen daarmee identiek met het leven maakt. |